Staat van het openbaar vervoer 2022

In 2022 laat de frequent reizende forens het nog wat afweten, maar de studenten zijn weer terug in het ov na het openen van de hogescholen en universiteiten. Ook de recreanten laten zich weer zien. Grotere evenementen zoals de Keukenhof trekken volop ov-reizigers. Ondanks de avondsluiting van voorzieningen en lockdown in het begin van het jaar zet de groei verder door. Toch blijft het nog rustig met 75% van het aantal reizigers in 2019.

 In 2022 zijn bijna net zoveel dienstregelingkilometers gereden als in 2021. In de Vervoerregio Amsterdam is het ov-aanbod 88% van 2019 terwijl op het regionale spoor in Groningen en Fryslân juist meer is gereden dan in 2019. De regionale trein haalt 97% van de uitgevoerde dienstregelinguren in 2019, de tram slechts 89%. Bus en metro zitten beide rond de 90%.

De Beschikbaarheidsvergoeding Openbaar Vervoer (BVOV) die het ministerie van IenW in 2020 instelde, vangt het grootste deel van de weggevallen tariefinkomsten op. De steun beloopt 546 miljoen euro in 2021, ruim 100 miljoen meer dan in 2020. In 2022 is dit bedrag ruim gehalveerd: 270 miljoen. Voor 2023 is er geen BVOV meer beschikbaar.