Deze website maakt gebruik van cookies. Met functionele- en analytische cookies zorgen we er voor dat website goed werkt en verbeteren wij onze websites. Ook plaatsen we marketing cookies om je van persoonlijke content te voorzien. Wil je dit niet? Kies dan voor weigeren, we plaatsen dan alleen functionele en analytische cookies. Meer informatie.

Digitale transitie vraagt om gezamenlijk optrekken bij Smart Mobility

14-06-2021

Bestuurders uit alle delen van Nederland spraken op 7 juni over de digitale transitie in mobiliteit, tegen de achtergrond van de grote ruimtelijke opgaven in de steden en op het platteland.

Tijdens de Bestuurlijke Bijeenkomst Smart Mobility deelden de bestuurders de opgaven en kansen die er liggen van flexibilisering en digitalisering in het mobiliteitssysteem. Die hebben effect op bijvoorbeeld verkeersveiligheid, leefbaarheid, woningbouw, klimaatopgave, energietransitie en bereikbaarheid. In een context van schaarse ruimte, stikstofbeperkingen, klimaatopgaven en beperkte investeringsruimte is de keuze voor een slimmer mobiliteitssysteem voor de bestuurders evident.
 

Oproep aan Rijk: pak regie

De regionale bestuurders riepen het Rijk op om een stevige regierol te pakken, bijvoorbeeld bij de inrichting van de ‘nationale hoofdstructuur’ voor het digitale domein. Daaronder vallen platformen, standaarden, het nationaal toegangspunt voor mobiliteitsdata en de gezamenlijke sturing richting de markt. Ook regionaal is sturing van belang: op de fysieke ruimte, het gebruik van data in organisaties, sturing op ov-concessies en regionale partnerships. 
 

Mix van fijnmazig vervoer

Zowel in de dicht- als dunbevolkte gebieden is er veel aandacht voor hubs en vraaggericht, fijnmazig vervoer. In het gevecht om de schaarse ruimte bieden combinaties van auto, ov, deelmobiliteit, MaaS-diensten en wijkhubs perspectief. Bestuurders willen de scheidslijnen opheffen binnen het mobiliteitssysteem (ov, doelgroepenvervoer, deelmobiliteit): alles groeit naar elkaar toe. Ze stellen voor MaaS, deelmobiliteit en hubs meer te koppelen en slim gebruik te maken van data vanuit publieke en private bronnen.
 

Gebiedsgerichte aanpak

Een gebiedsgerichte aanpak is nodig, volgens de bestuurders, waarin de focus ligt op de behoeften en het reisgedrag van mensen. De inrichting van het mobiliteitsfonds en de herziening van MIRT-spelregels moeten hier op inspelen. Bestuurders trekken ook graag op met partners zoals werkgevers in regionale mobiliteitsallianties om de effecten van maatregelen te vergroten.
 

Naar structurele bekostiging

Hoe financieren we de mobiliteitstransitie? En hoe organiseren we de structurele bekostiging van deze vernieuwing? Het BO MIRT is niet toegesneden op het maken van afspraken over deze transitie. Bedragen en omlooptijd zijn immers anders dan bij grote, infrastructurele investeringen. Bovendien is het geld vooral nodig voor beheer en onderhoud. Van belang zijn nieuwe verdienmodellen, grondopbrengsten, betalen naar gebruik en het verbinden van rendabele en onrendabele mobiliteitsdiensten. 
 

Momentum benutten

Het momentum is er. Duidelijk is wat organisaties kunnen en moeten doen in de volgende stap: van testen naar grootschalige toepassing, van incidenteel naar structureel. Bestuurders delen de wens om door te pakken. Veel van de stappen kunnen nu al worden gezet in de eigen organisatie en in (regionale) netwerken. Daarnaast klinkt de oproep deze demissionaire periode te gebruiken om plannen uit te werken, zodat het nieuwe kabinet ermee aan de slag kan.

Bekijk hier de presentaties tijdens de bestuurlijke bijeenkomst.
Een lees ook de resultaten van twee jaar krachtenbundeling Smart Mobility 

Scroll naar boven