CROW'ers Marco van Burgsteden en Ronald van der Weerd kijken terug op een boeiend symposium van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) op 10 juli in Den Haag. Diverse experts deelden daar kennis over ongelijke verhoudingen die raken aan bereikbaarheid. Het verslag hieronder is van het KiM.
Stapelen van lasten voorkomen
Josse de Voogd, electoraal geograaf, stipte in zijn keynote lezing over ‘afgehaakt’ Nederland de verschillen in de samenleving aan op het raakvlak van politiek, ruimtelijke ordening en mobiliteit. “Het sentiment van onbehagen over de kant waar Nederland opgaat, hoopt zich op in bepaalde wijken in een stad of in de regio.” Josse illustreert dit met kaarten: “Het is een gelaagd geheel van invloeden die samen Nederland hebben gemaakt zoals het nu is.
Vroeger was dat religie, daarna sociaaleconomische invloeden, vervolgens opleiding en globalisering. En nu: vertrouwen in of grip op de maatschappij.” Zelfs de geologische ondergrond, zand- of veengronden, bepaalde ooit het type arbeid dat op die plek plaatsvond, en dat is nu nóg terug te zien een uitsortering naar opleiding en leefstijl.
De ‘afgehaakte’ mensen ervaren een stapeling van effecten, en hebben tegelijkertijd het idee dat anderen gewoon door kunnen gaan. Probeer over de grenzen van ministeries te kijken om het stapelen te voorkómen en de lasten te verdelen.
Ongelijkheid in het mobiliteitssysteem
“Dat is niet eerlijk,” zegt je kind als je de ander een groter stuk taart geeft. De herkenning van ongelijkheid en het gevoel van (on)rechtvaardigheid zit in ons als mens, licht KiM-onderzoeker Toon Zijlstra toe in zijn lezing. “Een ongelijke verdeling is te herkennen in bijvoorbeeld de bestedingen en autogebruik, aan wie publieke investeringen in het wegennet ten goede komen en wie blootgesteld wordt aan de risico’s en gevolgen van mobiliteit.”
Specifieke doelgroepen bereiken
Ook de deelnemers gaven hun inzichten gedurende de middag, onder meer door ter plekke in beweging te komen. Bijna alle aanwezigen konden zelf zeven vinkjes van bereikbaarheid zetten, wat aangeeft dat zij allen een goede bereikbaarheid ervaren. Haal daarom kennis binnen vanuit het perspectief van andere groepen, was de boodschap. Ook werd duidelijk dat in steekproeven aandacht moet zijn voor zeer moeilijk te bereiken groepen. Anne Durand en Mathijs de Haas van het KiM vertelden over hun aanpak om ook die doelgroepen in onderzoek te betrekken.
Na een introductie van Marije Hamersma en Lauri de Boer van het KiM over het formuleren van bereikbaarheidsdoelen bespraken deelnemers de ongelijke mogelijkheden om bepaalde bestemmingen te bereiken. De opgave om dit te vertalen naar bereikbaarheidsdoelen voor specifieke doelgroepen bleek erg lastig. “Het is te complex om bij elk beleidsvoorstel alle verdelingseffecten naar inkomen en regio inzichtelijk te maken” zei een aanwezige, en een ander: “Toch moeten we onszelf wel die vraag blijven stellen, desnoods informeel.”
Mensen in verbinding brengen
“Mobiliteit doet ertoe, het brengt mensen met elkaar in verbinding”, zei Kees van der Burg (directeur-generaal Mobiliteit) in een vraaggesprek. Hij schetste dat de driehoek van toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit altijd belangrijk is in de afwegingen die beleid moet maken. Om richting te kiezen moet voldoende informatie op tafel liggen.”
Henk Stipdonk (directeur KiM) gaf aan dat het KiM kennis en inzicht kan geven in waar de verschillen zitten.
Thomas Vanoutrive van de Universiteit Antwerpen sloot af door de vraag te stellen of de kloof gedicht kan worden. Al dichtend betoogde hij dat onderzoekers meer in dialoog met mensen moeten gaan. “Ook mensen op het Malieveld hebben onderzoeksvragen, al scanderen ze deze niet.” Hij adviseert meer aandacht te besteden aan maatschappelijke organisaties, zodat je te weten komt wat er speelt.